42. Reizen,… reizen,… reizen. - Reisverslag uit Bafoussam, Kameroen van LeoenSilviainKameroen - WaarBenJij.nu 42. Reizen,… reizen,… reizen. - Reisverslag uit Bafoussam, Kameroen van LeoenSilviainKameroen - WaarBenJij.nu

42. Reizen,… reizen,… reizen.

Blijf op de hoogte en volg

21 Februari 2014 | Kameroen, Bafoussam

42. Reizen,… reizen,… reizen.

18-01-2014.
Het is me het maandje wel. Januari 2014.
Ik begeef me alweer richting hoofdstad alwaar ik vanavond de trein neem naar Ngaoundéré om Silvia te ontmoeten.
Na een bezoek aan onze Belgische connectie die zo lief is me naar het station te brengen gaat het, hotseknots, naar het noorden.
Af en toe hobbelen we zo hard dat ik bang ben dat we uit de rails lopen. Maar neen, we blijven voortgaan.
Ik zit 1e klas en hoopte op meer comfort. Er is een groep jongelui die veel plezier hebben tot zo’n uur of 2. Goed, dat is te hebben. Alleen de muziek in de coupé staat erg luid en ik heb het ‘geluk’ dat ik een plaatsje heb naast de luidspreker. Mijn oordoppen geven nauwelijks soelaas en, als ik ergens anders een vrij plaatsje ontdek, nestel ik me daar. Als ik net slaap wordt ik aangetikt. Een van de jongelui uit het groepje blijkt hier zijn plaats te hebben gereserveerd. Hij wil niet ruilen met mij omdat hij dan, vanwege de muziek, niet kan slapen!!
Een beetje wrak kom ik ’s morgens aan bij Silvia.
Zij moet gaan werken en ik neem een taxi naar het Noorse kampement waar we een verblijf hebben. Tijdens de rit raak ik aan de praat met de chauffeur en ik vertel van Bouba Ndjida en ons bezoek daaraan.
Of we al vervoer hebben daarheen?
Neen, maar ik regel dat vandaag met enkele kandidaat taxichauffeurs.
Hij zegt een goede 4X4 te hebben en wil ons er wel heenbrengen.
Hij heeft ervaring met toeristen in de parken Waza en zo.
Ik nodig hem uit de auto te komen showen en een dagprijs te bepalen.
Nadat ik de nachtrust heb ingehaald, bel ik de andere taxichauffeurs om langs te komen met hun auto’s.
De chauffeur van vanochtend, Yourika genaamd, is de enige die op tijd komt. Hij heeft een knappe, ex-Duitse, Freelander die mooi op de bandjes staat en hij heeft een goede prijs. Daarnaast is hij de sympathiekste van de 4.
Ook Silvia is het daarmee eens en, met het geheel, in haar nopjes dus we spreken met hem af om morgenvroeg om 7 uur te vertrekken.

20-01-2014.
Ik ben nog niet helemaal hersteld van de treinreis en sta om 6 uur, nog enigszins vermoeid, naast mijn bed.
Mopper, mopper!
“Vakantie noemen ze dat! Het lijkt wel werken. Zo vroeg uit je nest!”
Na een douche en een kop koffie trek ik al aardig bij. Wel zo leuk voor Silvia.
Om 7 uur precies stopt de Freelander (zie foto) en, na ons verblijf in het Noorse kamp te hebben betaald, vertrekken we.
De weg is, maar dat wist ik al van Silvia, die daar al heen en terug overheen gegaan is, allerbelabberdst.
De eerste 20 km komt er geen einde aan de gaten. Yourika doet zijn uiterste best en ik ben blij niet zelf te hoeven rijden.
Dan zien we een prachtige weg voor ons liggen. De Chinezen ontsluiten het Noorden door de aanleg van een nieuwe weg. Helaas zijn wij te vroeg gekomen want, hij is nog niet klaar, en we mogen er nog niet overheen rijden. Wel mogen we van de zandweg die erlangs ligt gebruik maken. En wij niet alleen, ook de vrachtauto’s die noordwaarts gaan maken er gebruik van (zie foto's).
Na een korte ontbijtpauze voor Yourika gaan we van de ‘hoofdweg’ af en begint de piste van 130 km naar het park.
Dan blijkt, onderweg, dat onze ‘taximan’ nog nooit in Bouba Ndjida geweest is. Gelukkig spreek hij de lokale taal en kan hij af en toe de weg vragen.
Na dik 11 uur komen we veilig en kapot aan in Safari Lodge (zie foto). (We zien er, op de foto, opgewekt uit doch dat komt omdat die twee dagen later, bij het verlaten van het park, is gemaakt.)
Het is er heerlijk afgelegen en stil. Alleen de dierengeluiden en het ruisen van de rivier is te horen.
Geen verkeer, muziek, telefoongerinkel of internet.
Isolatie en rust!
We eten buiten op het terras met enkele andere gasten. Alleen blanken.
De insecten zoemen rond een lamp en een kampvuurtje knettert aan onze voeten. Voor het eerst krijgen we een biefstuk die mals is. De keuken is voortreffelijk.
Na de maaltijd gaan we plat. Het is mooi geweest voor vandaag.

21-01-2014.
Ik word al vroeg wakker. Mijn armen branden. Er zitten allemaal bultjes op. Heel veel. Té veel! Dat heb ík dan weer. Ik ga er even vanuit dat het stofmijt is die in het bed huist.
Gelukkig heb ik Azaronzalf bij die de jeuk enigszins wegneemt.
Aan het ontbijt zegt Paul, de bedrijfsleider van de Lodge, dat het moet-moet beten zijn.
“Maar ik had me gisteravond toch met tropisch anti-muggenspul ingespoten?” zeg ik verongelijkt.
“Ja. Maar je moet anti-moet-moet spul spuiten,” zegt ie.
Ik heb er geen idee van het bestaan daarvan. Nooit van gehoord!
“Ach, na twee dagen ben je van het ergste verlost,”troost hij me.
Met het verhaal van Eefke over de moet-moet beten nog in gedachten, besluit ik maar meteen er enkele anti-histaminepillen tegenaan te gooien. (Na 10 dagen is het leed, echter, pas echt geleden.)

22-01-2014.
We hebben afgesproken dat we om half zeven met een gids en onze chauffeur het park ingaan.
Met de auto. Want het is te gevaarlijk om te voet op verkenning uit te gaan.
Het aantal antilopen is nauwelijks bij te houden. Er zijn een zestal verschillende soorten die voortdurend ons pad kruisen.
Wij, Silvia en ik, zitten achterin en de gids zit op de bijrijderstoel. Hij en de chauffeur keuvelen samen in het patois. Af en toe klinkt er een bekend woord, maar doorgaans is het een prettig gebrabbel. Ze hebben ook veel plezier.
Onze chauffeur, die dus ook nog nooit in het park Bouba Ndjida geweest is, kijkt zijn ogen uit en reageert even enthousiast als wij op het wild dat voor ons opduikt.
Dat blijft zo gedurende ons hele verblijf.
We zien maar één olifant (zie foto), want sinds er meer dan 500 zijn afgeslacht, een jaar geleden, durven de anderen zich nog nauwelijks te laten zien.
We zien een leeuwin die achter iets aanjaagt. (Op een filmpje maar niet op foto.)
Verder duiken en giraffen op in een gezellig groepje die nieuwsgierig naar ons blijven kijken (zie foto).
In de rivier zien we krokodillen. Nu ja, eigenlijk alleen de ogen (zie foto).
Verder zijn er hele mooie vogels (zie foto’s) en af en toe schichtige apen.

We genieten met volle teugen en onze begeleiders ook.
We slapen, rusten uit, eten en gaan dan weer op pad tot we weer naar de bewoonde wereld moeten waar de trein naar huis ons wacht.
De terugweg verloopt veel vlotter omdat Yourika informatie heeft ingewonnen om trent de beste terugweg naar Ngaoundéré. Die blijkt nu geen 11 maar slechts 7 uur te duren. Dat scheelt een slok op een borrel nietwaar?!

27-01-2014.
Ik begin mijn koffers te pakken. Ik ga met Silvia mee naar Kribi waar zij een workshop heeft om een conferentie voor vrede en veiligheid mee voor te bereiden.
Alles bij elkaar is dat de meest galante oplossing voor ons logistiek probleem; hoe komt Leo op tijd op het vliegveld.
Ik wilde maar een koffer meenemen maar, als ik alles bij elkaar heb, zijn het er toch nog twee. Ik zal er een, met minder belangrijke dingen, in Bonn moeten laten omdat ik anders, in de trein, mijn fiets niet mee kan nemen naar Nederland.

30-01-2014.
Vandaag gaat het eerst richting Douala.
Ik heb iemand, die Kribi kent, gevraagd welke busonderneming ik het beste kan nemen. Het wordt de Transcam.
Silvia brengt me rond 12 uur, in de regen, naar de agence en we vinden het beide best moeilijk om afscheid te nemen en voor zoveel tijd niet bij elkaar te zijn.
Toch is het zoals we in de toekomst ook zullen samenzijn. Soms samen, soms gescheiden bezig met onze eigen bezigheden.
Om kwart over een vertrekt de bus met 42 inzittenden.
De chauffeur, ’n jonge vent van vooraan in de twintig, rijdt als een bezetene. Ik voel me er niet prettig bij. Het regent nu fors en ik denk dat, als we een noodstop moeten maken, het goed verkeerd zal gaan.
Het zicht is minimaal en na ongeveer 30 kilometer zien we in de verte iets over de weg liggen. Het blijkt een vrachtauto te zijn die op zijn kant ligt en bijna de gehele weg blokkeert (zie foto).
Ik trek mijn regenjas aan en stap uit om te kijken of er iemand hulp nodig heeft. Tot mijn verbazing is er niemand te bekennen.
De voorruit ligt eruit en de ruitenwissers bewegen doelloos in de lucht heen en weer. Uit de laadbak komt een witte vies ruikende smurrie. Ongebluste kalk! Ik waarschuw de mensen, die nu allemaal uit de bus worden gestuurd, dat dit brandwonden kan veroorzaken bij aanraking.
Ik kijk nog in de greppels langs de weg of de chauffeur daar misschien ligt. Maar, neen, hij lijkt opgelost te zijn. (Dat heb je met ongebluste kalk!) Enkele medereizigers zeggen dat chauffeurs vaak vluchten na een ongeval omdat ze dronken waren of anderszins hun verantwoordelijkheid willen ontlopen.
Onze bus kan net langs het wrak manoeuvreren en we gaan allen weer de bus in om de reis voort te zetten. Onze chauffeur voelt zich blijkbaar gewaarschuwd en matigt, tot mijn geruststelling, zijn tempo.
Voorspoedig komen we in Douala aan en na een korte pauze bij onze Duits-Italiaanse vrienden check ik in voor Brussel-Parijs.

Het is een groot toestel met, pak weg, 400 reizigers en gezien het nachtelijk uur mag ik niet op zoek naar mijn Zwitsers-Kameroener vrienden. Ook in Brussel zie ik ze na aankomst niet. Jammer!

31-01-2014.
Omdat ik, in Brussel, een vlucht naar Parijs verwacht, ga ik naar de balie op zoek om me in te checken naar Parijs. Het vluchtnummer blijkt niet op de borden te staan en na even blijkt dat ik met de TGV verder moet.
Ik heb mijn koffers niet opgehaald omdat die van het ene in het andere vliegtuig zouden worden overgeladen doch nu moet ik ze wel op gaan halen.
Als ik weer naar de aankomsthal terug wil wordt ik, terug gefloten, door een pronte dame waarmee ik, op het eerste gezicht, geen ruzie zou willen krijgen.
“Dat mag niet meneer! U kunt hier niet zomaar doorlopen! Wat wilt ge eigenlijk komen doen?”
“Ik moet mijn koffers op komen halen is mij gezegd.”
“Maar dat mag zomaar niet hè. Dat moet ge eerst vragen.”
“Mag ik mijn koffers alstublieft gaan halen madam?” slijm ik.
“Ja, meneer, maar dan alleen door deze deur, hoor!”
“Dank U wel madam, dank u wel!”
Ik stort me door de deur, twee meter verder op, waarachter 6 lopende banden koffers uitspugen naar aangekomen reizigers.
Na even zoeken zie ik mijn koffers eenzame rondjes draaien op een verlaten transportband.
Ze mogen eindelijk met me mee.

Ik bemachtig een kaartje voor de TGV, trek 200 euro uit de muur, en het gaat richting Parijs à grand vitesse.
Een ontbijtje gaat er nu wel in. De keuze is mager maar het stilt de eerst honger.
Na gezeul met twee koffers, bij gebrek aan liften, trap op trap af, kom ik, twee metro’s later en badend in het zweet, aan op Bercy. Vandaar gaat het richting TVG voor Clermont-Ferrand.
Ik heb nog even tijd dus ik kan nog een versnapering nemen in de wachtkamer.
Ik wil mijn portemonnee tevoorschijn halen doch die bevindt zich niet meer waar ik hem daarstraks gestoken heb. Ik zoek nog even vertwijfeld in mijn rugzak en andere zakken. Echt, hij is weg!
Ik herhaal het zoekritueel maar het resultaat blijft hetzelfde.
Geen portemonnee!
Geen geld, geen passen, geen rijbewijzen, geen pilletjes. Niets!
Dus ook geen versnapering!
Verloren, gerold? Het blijft om het even. Weg = weg!
Ik moet naar de WC, alleen, ik heb niet eens 50 eurocent voor de toegang.
De toiletjuffrouw laat me binnen als ik haar smekend aankijk nadat ik mijn verhaal gedaan heb.

Ik zoek hulp bij de informatiebalie. De man geeft me een telefoonnummer dat ik kan bellen, mocht er een eerlijke vinder mijn buidel afleveren in een metrostation. Hij informeert alvast of er, intussen, al iets is afgegeven, maar zoveel optimisme heb zelfs ik niet.
Niet dus!
Ik ga de trein in om Claudine en Corinne te bezoeken in Clermont.
Alles verloopt op rolletjes.
Corinne haalt me op. Claudine ontvangt me hartelijk. En Billy-boy, de hond, weet niet hoe hij in me moet kruipen, zo blij is hij om me weer terug te zien na drie jaar. (Ja, ja!)
Gelukkig kan ik hier mijn geldprobleem oplossen en aangifte doen bij de politie van vermissing van mijn documenten.

04-01-2014.
De dagen vliegen om en voor ik het weet sta ik weer op het perron om de TGV naar Parijs te nemen om vervolgens Duitsland te bezoeken. Ik voel me een globetrotter.
Ik sjouw weer met mijn koffers door de gangen van de metro. Ondanks de koude ben ik doorweekt van het zweet.
Ik bezoek de aardige toiletjuffrouw op in Bercy om haar de euro terug te geven die ze mij zo ruimhartig heeft gegeven toen mijn blaas dat nodig had.
Het Franse landschap trekt onder me door. Ik wordt ontroerd door de lieflijke glooiingen en de bosschages die voor afwisseling zorgen.
Bij de kaarten controle vraagt de conducteur naar mijn VISA pas dat ik als bewijs moet overleggen bij mijn internetkaartje.
O, ja! Da’s waar ook! Die ben ik verloren.
Gelukkig neemt hij genoegen met mijn paspoort.
De omroeper van de TGV vertelt steeds in het Frans, Duits en Engels dat iedereen van harte welkom is op de trein. Des te verder we reizen, des te lolliger wordt hij. Een meisje, Frans-Engels talig, en ik, hebben er veel plezier om. Ik weet niet wat er in zijn kruikje gezeten heeft maar ik vermoed een beetje Schnapps.

Al met al kom ik gezond en wel in Bonn op de ‘Hauptbahnhof’ aan en wordt opgehaald door Elli die me op mijn logeeradres aflevert.
Ik zal mijn fiets meenemen die ik hier 3 jaar gelden gestald heb zodat ik toch enigszins mobiel ben voordat ik mijn Peugeotje van kentekenplaten en APK heb voorzien.
Nu moet ik de komende dagen richting Nederland reizen en een onderkomen zien te bemachtigen voor de komende 4 maanden.

Ik houd jullie op de hoogte.
Dank voor alle ondersteuning, welkomstwoorden en ondersteuning voor mijn scheepsproject.
Hartelijke groet uit Bonn.
Leo.

  • 22 Februari 2014 - 15:09

    Han & Jos:

    Wat een onderhoudend interessant en spannend verhaal weer! Mooie foto's van de dieren!

    Heel veel plezier en vooral ook succes met de 'bootonderneming' opzetten in Nederland

    Groetjes van Jos en mij,
    liefs, Han

  • 26 Februari 2014 - 18:43

    Gina:

    Hi Leo godzij dank is het bus ongeluk voor jou goed afgelopen
    ik ben er volgende week in de cannavals vakantie niet want dan ben ik op vakanktie met vader en moeder en broer naar Dubai tot gauw groeten Gina

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 13 Aug. 2011
Verslag gelezen: 696
Totaal aantal bezoekers 166305

Voorgaande reizen:

09 Augustus 2011 - 01 Januari 2016

Mijn eerste en laatste? reis

Landen bezocht: