38. Wisseling van de wacht…. avonturen in het binn
14 December 2013 | Kameroen, Bafoussam
27-11-2013.
Ik zit in mijn onderbroek achter de laptop. Achter me bromt de airco en een propeller aan het plafond verspreidt de frisse lucht. De gordijnen houd ik gesloten. Dan ziet niemand me zitten in mijn blote bast maar ook kan de warmte niet infiltreren in mijn hotelkamer.
Ik ben in Mumbemda. Het voorportaal van niemandsland. Hier houdt de wereld op en begint het oerwoud.
“Hoe komt ie daar?” zul je misschien vragen. Wel, via de weg. Maar vraag niet wat voor 'n weg!
O. K., omdat je zo aandringt vertel ik het je wel.
De reden dat ik hier ben is het bezoek van May en Stinet. Zij losten Hannie af die veilig op de terugweg is naar Nederland. (Hoop ik!)
(Terug in de tijd)
23-11-2013.
Silvia heeft zin in een uitje en Hannie wil ook nog wel op haar laatste dag hier nog even flierefluiten.
Ines (ja, het blijkt nu met een ‘s’ te moeten in plaats van met een ‘z’.) heeft ook wel zin in haar zinnen te verzetten.
We gaan dus op weg naar Petpenoun. Bekend bij diegenen die vanaf het begin onze uitjes heeft gevolgd.
Ze zijn de weg, die al heel slecht was, aan het verbeteren. Dat betekent in eerste instantie nog meer verruïneren dan ze al is, met de hoop dat hij over ‘enige tijd’ (what ever that means) verbeterd is. Maar nu is het nog afzien in de modderpoelen en wegverzakkingen. Langs vast gereden vrachtauto’s en hopen, nog te gebruiken, stenen midden op de weg.
Goed, we komen er uiteindelijk wel doch, helaas voor de zwemmers, is het koud en regent het af en toe.
Silvia stelt voor een wandeling te maken naar een ‘nabijgelegen’ meertje. Ines gaat mee en Hannie en ik ‘verzichten’(Germanisme) op dit uitstapje.
Na 2 ½ uur komen onze avonturiers uitgeput terug. Was moeilijk zoeken en de weg erheen was dichtgegroeid zodat ze met zwembewegingen wel ver waren gekomen maar uiteindelijk toch maar onverrichter zaken waren teruggekeerd. Op de terugweg waren ze een herder tegengekomen die hen in no-time naar het meertje gevoerd heeft. Kwam toch nog alles op zijn pootjes terecht.
Vermoeiend! Ja, maar dan heb je ook iets!
Ik val in slaap en een uur later word ik gewekt want de dames willen naar huis.
Okee! Ik rijd het stelletje, langzaam maar zeker over Kameroens onverharde wegen, veilig naar Bafoussam.
24-11-2013.
Het is stralend zonnig weer. Silvia gaat vandaag met Elisabeth, van Kinderrechten Afrika, naar het Lac Mystique. Een vulkaankratermeer bij Foumbot. Ze had het liever omgekeerd gezien. Gisteren zon en vandaag bewolkt. Maar je hebt het niet uit te kiezen. Je krijgt het gewoon voor je kiezen.
Hoewel ze gisteren verkouden is geworden, trekt ze vandaag geestdriftig haar wandelschoenen aan en zoekt ze Elisabeth op in haar hotel.
Hannie en ik stappen om half elf in de auto om naar Douala Airport te rijden.
Alles verloopt voorspoedig en we strijken in het Zeemanshuis neer om ons voor te bereiden. Zij op haar vlucht vannacht en ik op de komst van May en Stinet. Dit zijn medestudenten van de Sociale Academie Den Bosch van begin jaren 70. Leeftijdgenoten dus!
Het afscheid is allerhartelijkst en het weerzien ook. Helemaal goed!
25-11-2013.
Na een korte nacht merk ik dat ik mijn GSM in de auto heb laten liggen. Kort voor het ontbijt ga ik die halen en zie dat mijn achterband op half zeven hangt. BINGO! Aangezien mijn reisgenoten nog bijkomen van hun nachtvlucht begin ik het achterwiel alvast te verwisselen. Een behulpzame jongeman springt bij en als ik vraag of hij een adres heeft om de band te plakken knikt hij enthousiast.
Na gedane arbeid ga ik de dames vertellen dat ik even weg ben voor deze klus.
De jongeman heeft een vriendje dat banden repareert en in buurt zijn werkplaatsje heeft. We rijden er samen heen. Peanuts! (Als je het weet). Ik laat mijn band daar en vraag wanneer ik het kan ophalen. “Dans une demi heure!” dus. Kan ik nog mooi eerst ontbijten. Mijn helper blijkt toevallig daar geweest te zijn om een vriend te bezoeken en vertrekt met 1000 frankskes (1,50 euro) fooi om iets te gaan eten (of drinken).
We gaan, na het ontbijt, met een geplakte band, naar het hotel in Limbe om ons voor te bereiden op de rit naar Mundemba.
25-11-2013.
Ik krijg een E-mail van de reisorganisatie dat de rit naar Mundemba 5 tot 6 uur zal duren, dat ie niet moeilijk is en we gewoon rechtdoor moeten rijden.
De eerste 75 kilometers voeren over vlak asfalt en mijn gasten genieten van de vergezichten en prachtige bloemen en planten langs de weg. Wat in Nederland in de huiskamer of kwekerij staat kom je hier aan de rand van de weg tegen.
Eerst passeren we Buea en dan komen we in Kumba. Daar vraag ik toch maar, voor de zekerheid, naar de weg naar Mumbemda.
“Rechtdoor, bij een ‘rotonde’ links en dan bij een ‘rotonde’, de eerste 100 km, rechtdoor. Daarna moet je nog maar eens vragen.” zegt de hulpvaardige tankbediende.
“Hoe lang is het naar Mumdonbe?” vraag ik.
“1 ½ tot 2 uur”, liegt ie? Gokt ie? Verzint ie?
“Er moet wel een enorm goede snelweg liggen,”stel ik mijn gasten gerust.
Nou, niet dus!
Er zijn hele stukken dat we 40 km/h kunnen rijden, maar ook waar we amper 5km/h halen.
Dan zijn er werkzaamheden aan de weg. Er worden bruggen (bruggetjes) gebouwd. Ondertussen rijden de automobilisten door de rivier (riviertje).
Ze zijn net met twintig man een vastgelopen auto weer mobiel te krijgen. (Mooi is dat ze vroeger ook automobiel heetten!)
Er rijden ons enkele ongeduldige automobilisten voorbij die zich ook glijdend en slippend vast rijden. Er komen dan een man of 6, 7 uit de auto om te duwen. Dat lukt dan ook tot nu toe!.
Ik kijk zorgvuldig hoe de auto’s, die er in een keer doorheenrijden, dat doen. Welke route die kiezen? En ik slaag erin in een keer de hindernis te nemen tot groot jolijt van mijn mede-studentinnen. Ze zijn onder de indruk van mijn rijkunst.
Dan zien we steeds minder auto’s. ’n Enkele motorrijder en wandelaars passeren we nog, maar verder blijft de weg angstwekkend leeg.
Af en toe zien we modderkuilen in de verte op de weg. Ik kijk dan zorgvuldig wat de mogelijkheden zijn. Meestal is dat slechts: midden erdoor en vol gas in de 4x4 stand en hopen dat we de overkant bereiken. Natuurlijk stuur ik wel enigszins bij, maar dat is meer geluk dan wijsheid.
Af en toe hoor ik de onderkant van de auto op stenen slaan want ik zie niet wat er onder 40 cm modder schuilgaat.
Ik moet steevast mijn voorruit schoonspuiten. De zijruiten zijn al ondoorzichtig. Er zijn geen zijwegen dus daar heb ik, tijdens het rijden, niet veel last van.
Gelukkig bereiken we voor het donker wordt Mundemba. De auto ziet er niet meer uit (zie foto). Het hotel ligt vooraan in het stadje zodat we snel op de plaats van bestemming zijn.
Als ik de achterdeur wil openen blijkt die geblokkeerd te worden door de achterbumper die een tik gekregen heeft ergens in een gat. Maar met wat wrikwerk kunnen we toch onze bagage verlossen. Stinet ziet een beetje grauw en May lacht een beetje zenuwachtig. Maar beiden zijn opgelucht het er heelhuids vanaf gebracht te hebben.
Ik natuurlijk niet! Stoere man! Ik ben alleen nat tot in mijn onderbroek en heb de komende twee nachten nog nachtmerries over in de modder vast te komen zitten en zo te moeten overnachten, omringt door slangen en ander ongedierte.
De auto wordt nu opgekalefaterd door een Mundembaanse mecanicien. De achterbumper komt weer op zijn plaats, de beschermkappen weer onder de motor en de schokdemper, voorlinks, krijgt een nieuwe bevestiging. Niet heel veel kapot dus maar wel nodig om weer terug te moeten rijden.
Rond 6 uur vanavond is t’ie weer klaar!
27-11-2013
Terwijl ik dit zit te schrijven en May en Stinet in het oerwoud rondlopen, begint het hier te stortregenen. Onweer, bliksem, donder!
Ik ben blij dat ik besloten heb in het hotel te blijven om uit te rusten van de rit en me voor te bereiden op de terugreis.
Eigenlijk zou het nu dus al 14 dagen niet meer mogen regenen. Maar forget it!
Als het blijft regenen is de weg terug nog hetzelfde modderpad en voel ik er niets voor om weer door die modderpoelen te gaan glijden. Alleen; hoe lossen we dat op? Voor mijn part blijven we hier tot zij het vliegtuig moeten nemen. Ik heb de tijd! Misschien kunnen zij met de boot terug naar Limbe en dan met een taxi naar Douala-Airport. Daarna rijd ik straks alleen, als het droog is, naar Bafoussam terug.
We zullen zien.
De gids van het WNF komt me ophalen om Mundemba te bekijken. Hij heet Adolf. (Dat is nu ook Afrika.) Vrij van de geschiedenis kunnen ze hun kinderen dus zo’n beladen naam geven.
Ik word bij hem thuis uitgenodigd nadat we zijn vrouw hebben opgehaald. Er loopt een schattig kleinkind van 1 ½ jaar rond. (zie foto) We praten over zijn werk, opleiding en familiegeschiedenis.
Hij nodigt me uit vanavond met zijn gezin te eten, hetgeen ik graag aanvaard.
Ik vertel hem dat ik een kleine eter ben en ze dus niet teveel uit de kast moeten trekken. (Wat moeilijk was dát in het Kameroenees -Engels te vertalen.)
Terwijl ik dit hierboven alles opschrijf wordt het later en later. Ik wacht op mijn auto om erheen te gaan. Hij zou immers om zes uur klaar zijn.
Ik bel hem op. Of hij al iets van de mecanicien gehoord heeft?
Even later belt hij me terug met de mededeling dat een onderdeel uit een andere stad moet komen en de auto morgen pas klaar is.
Hij zal mijn portie wel opeten want om nu nog een taxi te krijgen is hier onmogelijk. Jammer, jammer, sorry, sorry!
Nu maakt een keukenhulp/koksmaatje mijn avondmaaltijd klaar: bananen, Ndole en kip.
Smakelijk!
28-11-2013.
Ik slaap uit tot 8 uur en ga op onderzoek uit.
Er ligt een reuze duizendpoot voor mijn deur. 12 Cm lang en indrukwekkend zwart (zie foto). Helemaal niet gevaarlijk!
Ik ontbijt sober en zie dat mijn auto ondertussen gewassen wordt. Nodig hoor!
Een paar mannen zitten bij me in de buurt en eentje vraagt of hij mag E-mailen opmijn laptop. Je weet nooit hier dus ik begin een praatje met hen.
(Stel dat ze kinderporno via mijn laptop willen verspreiden of zo. Ik noem maar wat!)
Blijkt dat ze een bericht moeten versturen over Aids-bestrijding in Mundemba naar hun organisatie in Douala.
Ja, het kan alle kanten op hier in de jungle!
Ze zijn blij met mijn hulp em ik met hun uitleg hoe zij hun werk doen hier in the middle of nowhere.
29-11-2013.
Ik haal May en Stinet op bij het ‘kantoor’ van Adolf.
Ze zijn kapot!
Doorweekt tot op het hemd. Vannacht een beetje geslapen in een lekke tent op een matras die naar pis stonk. Van ochtend allerlei stroompjes oversteken en tot aan de liezen door water waden. Het gaat niet in hun koude kleren zitten. Ze willen een douche en daarna even liggen op een bed. Ook al is de matras te zacht, het is beter dan die pismatras.
We gaan daarna naar Adolf die ons andermaal voor een maaltijd heeft uitgenodigd. De familie is paraat (zie foto) en we eten sober en lekker. De fles wijn drinkt hij glad op.
Daarna gaan we vlug naar bed om uitgerust te zijn voor de reis van morgen.
30-11-2013.
We vertrekken in oostelijke richting na een sober ontbijt. We willen niet te laat aankomen dus is 10 uur een redelijke tijd om ons op weg te begeven. Het heeft nog geregend vannacht en daar word ik niet vrolijk van. Dat betekent waarschijnlijk weer meer modder hier en daar. Eerst gaat het vlotjes maar dan komen er steeds meer stukken met blubber. Soms trek ik mijn laarzen aan om de doorgang te verkennen (zie foto). Niet dat dat veel brengt want ik zie niet wat er onder de blubber schuilgaat. Dat hoor ik slechts als we met de buik van de auto op stenen, rotsen of andere harde zaken stoten. Terug kan niet meer dus vooruit dan maar. Na 80 km. stuiteren merk ik dat er iets goed mis is. De auto trekt naar rechts en ik besluit even te kijken onder de auto. Ik zie mijn linker voorwiel scheef staan. Juist, naar rechts. Ik denk die 10 km. naar Kumba wel te kunnen overbruggen want daar zijn immers garages doch na zo’n 5 km. besluit ik te stoppen omdat ik verbrande rubber ruik. De band loopt aan en wordt wel erg heet.
Er stopt een auto met enkele militairen die me vragen of ik hulp nodig heb. Ja, die kan ik wel gebruiken! Aan de chauffeur leg ik uit wat het euvel is. De linker schokdemper is naar de galamiezen. Hij neemt mijn telefoon en belt een vriendje, die monteur is, in Kumba en zegt hem onmiddellijk naar Kumbe te komen en een witte in een blauwe RAV 4 te komen helpen.
Mzingi, zo heet hij, wenst ons goede reis en vraagt, voor als er iets misgaat, mijn telefoonnummer.
15 minuten later stapt de monteur van een motortaxi en neemt de zaak in ogenschouw. Hij krikt de auto op, verwijdert het wiel en dan kan een kind zien dat het erg mis is (zie foto). Hij dus ook en hij zegt dat de linker schokdemper inclusief de veer vervangen moet worden. Daarmee ben ik het roerend eens en hij begint te demonteren.
Ondertussen hebben enkele motorrijders mijn gevaren driehoeken al een paar keer omgereden zodat ik de Kameroenese tactiek toepas en pollen gras achter de auto op de weg leg. Dat begrijpen ze dus wel!
De monteur vertrekt in een langsrijdende auto, mét het onderdeel, en belooft zo snel mogelijk met een nieuw exemplaar terug te komen.
Om half 1 stranden we en nu is het al 3 uur.
We drinken wat in een uitbating en vermaken intussen de plaatselijke kinderbevolking met ballonnen (zie foto).
De monteur komt na 2 uur terug, nadat hij me gevraagd heeft of het voor 45.000 frankskes (70 euro) mag. Tuurlijk!
In een vloek en een zucht (de vloek van hem en de zucht van mij) zit het stuk er onder en kunnen we om half 7 de reis voortzetten. Hij begeleidt ons naar de doorgaande weg, richting Buea, waar we hem betalen, tanken en iets eten. Limbe is nog minstens 3 uur rijden in het donker. Om elf uur kom ik bijna total loss in het hotel aan.
Dag bed!
Omdat ik wat moeilijkheden heb stukken op mijn weblog te zetten stop ik er hier mee en vertel de rest in aflevering 39.
Hartelijke groet uit een nog altijd regenachtig Bafoussam.
Leo
-
15 December 2013 - 16:10
Jan Oome:
Hi Leo, al of niet in blote bast in ( hopelijk) onderbox........
Heb je reisverhaal weer met belangstelling gelezen...
Het was bijna of ik de ontdekkingsreis van Livingstone nog eens herlas ...!!
Je moet wel veel inkasseringsvermogen hebben om over die modderige wegen te kunnen rijden !!
Steeds weer andere probleempjes, die opgelost moeten worden..
maar het lukt je intussen wel, lees ik, tot mijn opluchting..
Je verwees diverse keren naar foto's... die kon ik helaas niet bewonderen...
t/m aflevering 35 nog wel... daarna niets meer...
Misschien volgende keer als je fotocamera ook weer een goeie beurt heeft gehad ??
*******
Hier gaat alles zijn najaarsgangetje... Sinterklaas is met zijn zwarte/witte/gekleurde Pieten weer in Spanje, hoop ik.... al gelooft Tom ( na een aufklärung van Natalie ) niet meer in zijn ( sint!) bestaan.
Donderdag gaan/moeten we naar een Grosselterntag in Zyfflich , voor Ramon met zijn Boudewijn en Josefine.. Wordt een gezellige Duitse oudejaarsviering, denk ik. We zien wel !!
Nou ja en dan Kerstfeestjes en oudjaars/nieuwjaarsrecepties en TV-samenvattingen/cabaretoverzichten!!
We zullen het wel uitzitten en geniete er al bij voorbaat van !
Ook al hebben we nog twee weken voor de boeg... alvast een hele genoeglijke oud/nieuwjaars wisseling.... ik neem tenminste aan dat ze dat bij jullie in Kameroen ook "vieren??""
Blijf gezond en geniet van het leven !!
Groete van ons, Jan en Jannie in Breugel. -
16 December 2013 - 18:55
Marlene:
Hoi Leo,
Nou dat reizen in Kameroen gaat dus niet van een Leie dakje.
Ik zit nu in Frankrijk (vandaar de tijd om je mailtjes te lezen, waar ik normaal vaak niet aan toe kom.)
De zon schijnt en ik werk nog even hard in de tuin, voor het weer weer omslaat.
De eerste vakantie week sinds tijden, sinds de ziekte van mijn moeder (nu 100jaar) Van een aanleunwoning nu over naar een geslote afdeling, waar ze zich nu het beter met haar gaat zich vreselijk gevangen voelt. We hebben 2 maanden nodig gehad om haar oude huis te ontruimen. Dus ik ben even toe om wat uit te puffen.
Hoe lang blijven jullie nog in Kameroen?
Is er nog een mogelijkheid om jullie daar te bezoeken (bijv. in februari ?) of zit jullie bezoek kalender al helemaal vol?
Groetjes Marlene
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley