11. Het verkeer.... ’n verkrachting van een 14 jar
Door: LeoenSilviainKameroen
22 Februari 2012 | Kameroen, Bafoussam
9 februari 2012.
Vandaag zijn we weer naar Baham geweest om de code, waarover ik al vertelde, helder op papier te krijgen. Na enige vertraging (Afrikaans tijdsgevoel) willen we beginnen met een projectie van ons schrijfwerk, laat de projector het afweten. Eerst denk ik nog aan een te geringe spanning maar hij blijkt er geen zin in te hebben. Onze chauffeur wordt terug gestuurd en mag een andere projector halen. Duurt een uurtje maar we vermaken ons intussen met allerlei verhalen. Daarnaast zijn niet al onze vrienden al gearriveerd. ’n Dik uur later dan gepland beginnen we. Het is een gezellige, geëngageerde boel. We beginnen met allerlei begrippen, die in de tekst gebruikt worden, te definiëren. Vooral die in het ‘HAM’, de plaatselijke taal, zijn aanleiding tot discussie en hilariteit. Er is geen woordenboek, en de uitspraak wordt fonetisch vastgelegd. Enkele ouderlingen zijn daarbij bepalend.
Na enige vertraging hebben we het gehele document door gesproken en vastgelegd.
Volgende keer gaan we de puntjes op de i zetten en gaat Silvia de theaterstukken operationeel maken. Moeilijkheid daarbij is dat deze in het ‘HAM’ gesproken worden. Ze mag dus alle zeilen bijzetten om de klus te klaren.
Het is hier een paradijs voor autopiraten. Én motorpiraten! Er zijn hier twee systemen voor taxiverkeer. Een bestaat uit gele auto’s en een bestaat uit motorfietsen.
Meer dan de helft van de auto’s zijn hier geel, dus taxi. 90 % van de motoren zijn niet voor privégebruik, dus taxi. Deze mensen willen brood verdienen en daarvoor brengen ze zichzelf en hun medeweggebruikers in gevaar.
Het systeem voor de autotaxi’s is: Je rijdt rond van noord naar zuid of van oost naar west (of omgekeerd). Maakt niet uit, als je maar rijdt. Langs de weg lopen of staan mensen die ergens naar toe willen. Als de chauffeur het idee heeft dat je mee zou willen rijden claxonneert hij twee maal. Als je ergens naar toe wilt met een taxi roep je een bekend punt in de stad. ( Naar ons moet je “PMUC” (Peemuk!) roepen. Als de taxi hierlangs rijdt stopt ie en mag je voor 200 FrCFA (30 cent) mee. Gaat ie ergens anders heen dan rijdt ie gewoon verder.
Je kunt je dus voorstellen dat de taxichauffeurs niet helemaal 100% met het verkeer bezig zijn. Daarnaast remmen ze voortdurend af om mensen, eventueel, op te pikken. Ze stoppen dan ook gewoon op de rechter rijbaan om mensen te laten instappen. Soms met pakken, zakken, kippen en ander gedierte. Als het breed genoeg is kun je, als medeweggebruiker er langs. Anders moet je wachten tot je kunt inhalen of de vracht opgeladen is. Geduld is een schone zaak!
Als je met een taxi meerijd moet je voor lief nemen dat er, minstens, 3 anderen meerijden, met of zonder baby’s, kinderen of andere dieren. (Geintje, de kinderen en baby’s zijn hier aller schattigst!) Maar toch! Je kunt hier zomaar in een Toyota Corrola klem komen te zitten tussen twee moeders van 90 kilo met de kroost op hun schoot. Ik heb het meegemaakt en voelde me enorm veilig tussen deze menselijke ‘airbags’. Ook in de bochten bleef ik lekker stabiel rechtop zitten. En maar geinen met die kinderen! Dan ben ik als blanke een hele attractie die kan knipogen.
Ik moet wel uitkijken want er zitten ook bandieten tussen die chauffeurs. Zo werd een collega door een taxi opgepikt waar op de achterbank al een heerspersoon zat. Nadat hij was ingestapt stopte de taxi voor nog een heerspersoon die naast hem ging zitten. Hij zat dus klem! ( Net als ik, maar dan anders!) De ene pakte een mes, en de andere zijn bezittingen; tas, computer, portemonnee, horloge. De chauffeur reed een eind de stad uit en toen lieten ze hem uitstappen. ’n Gang dus! Zulke verhalen houden me wel scherp als ik, soms, met de taxi ga. Als het me overkomt geef ik me ook over. Zij zijn dan de baas!
Ik zit in een Airbus 321 van Royal Air Maroc en ben net opgestegen in Casablanca. Casablanca, voor de eerste keer in het echt sinds ik als kleine jongen de gelijknamige film met Garry Grant en Audry Hepburn zag (of waren het andere filmsterren uit die tijd?).
Tóén met een bootje door het oerwoud waar hij die malaria kreeg en zij hem met natte lapjes op gezonde temperatuur probeerde te brengen. Nú, veel minder romantisch, een reëel vliegveld met reizende mensen, meer niet. O, desillusie!
Door mijn raampje zie ik de Marokkaanse kustlijn terwijl we steeds westelijker over de Atlantische Oceaan gaan. Tenslotte is er alleen maar zon, wolken en het blauw van de oceaan. Ik moet nog wennen aan het idee dadelijk weer voet op Europese bodem te zetten. In een stad te zijn als Parijs.
Weken geleden krijgen we het bericht (zie ook de vorige aflevering), dat Karl, Silva's vader 's nachts met ademhalingsmoeilijkheden opgenomen is in het ziekenhuis. Na de intensief-care gaat hij weer naar de afdeling doch 's nachts wordt hij, bijna gestikt, aangetroffen door de nachtzuster. Zo gaat het een paar keer heen en weer tot ze zijn langen verder onderzoeken en, naast een longontsteking vocht achter de longen constateren. Hij gaat aan de aan antibiotica en de prednison en er wordt 2 liter water afgetapt. Silvia maakt zich grote zorgen en staat te trappelen om naar huis terug te keren. Karl knapt echter zienderogen op en de kalmerende woorden van het thuisfront laten haar afzien van de reis. Dit was alles al bekend dus!
Ik maak me zorgen over zijn hart. Vocht achter de longen duidt er vaak op dat het hart het te zwaar te verduren heeft. Met de medicijnen en benauwdheid lijkt me dat voor de hand liggend. Als dan de berichten over hartritmestoornis komen en en sprake is van trombose in de armen, door de injecties en infusen, heeft Silvia het niet meer. Ik raad haar aan een vlucht te regelen want dit hoort zich niet goed aan. Daarnaast kan ze beter voor niets dan te laat naar haar vader gaan. We boeken vluchten voor haar en Franka op dinsdag, vandaag dus. Vroeger is bijna niet mogelijk voor een betaalbare prijs.
Zondag komt dan het bericht dat het erg slecht gaat en even later dat Karl overleden is.
En nu hang ik boven Spanje op weg naar Parijs. Silvia en Franka volgen met een vlucht 2 uur later. Mijn vlucht had nog één plaatsje. Ik zit dan ook helemaal achteraan gepropt in een hoekje. Mag ik, voor zij komen, de reis van vliegveld Orly naar Gare de l'Est uitvinden zodat we op tijd in de TGV naar Saarbrücken zitten.
Gisterochtend komt het hele team van CIPCRE bij ons thuis aanzetten om Silvia te condoleren. Het is heel hartverwarmend en er wordt gebeden voor de zielenrust van Papa Stroh en voor sterkte voor Silvia, Franka en mij. Ook opdat we een goede, veilige reis zullen hebben en het verdriet van Mama Stroh zullen verlichten door onze aanwezigheid en liefde. Dat maakt het werken bij deze ONG ook zo bijzonder, die betrokkenheid.
Onder me verdwijnt het mooie Spanje terwijl ik weet dat Resi en George, hier onder in Malaga, op rust proberen te komen na de begrafenis van Roos en dat Theo en Cornelia in of naast hun camper genieten van een mooi warm zonnetje. Zo leven we allen ons leven. Over en onder elkaar door en nemen wat er op ons pad komt.
Daarstraks las ik in mijn boek: Norwegian Wood van Haruki Murakami (een aanrader van mij!): “De dood is niet het tegenovergestelde van het leven, hij maakt er deel van uit.” En dat net nu leven en dood zo'n rol spelen in het leven van dit moment. Mooi toch!
Ik ga me nu even met andere dingen bezighouden dan mijn blog.
Wellicht sta ik zomaar ineens voor je neus want ik wil, nu ik toch zo dichtbij ben, een bliksem-rondje maken naar Nederland.
Het ga je goed!
Houdoe!
Leo.
-
24 Februari 2012 - 13:46
Gina:
Heel erg veel sterkte lieve ik denk aan je dikke knuffel Gina -
24 Februari 2012 - 13:47
Gina:
Lieve Silvia
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley